5 december 2023

In dit artikel zet IMK-trainer Simon Troost vijf manieren op een rijtje hoe je als OR invloed kunt uitoefenen op het arbobeleid binnen jouw organisatie. Daarmee maak je als ondernemingsraad echt verschil!

De Arbowet

De Arbowet staat voor Arbeidsomstandighedenwet. Deze wet is een kaderwet en geeft richtlijnen voor een goed arbobeleid. De ondernemingsraad (OR) heeft op meerdere manieren invloed op het arbobeleid binnen een organisatie: informatierecht, adviesrecht en het instemmingsrecht.

De OR heeft bijvoorbeeld instemmingsrecht bij het aanstellen van de preventiemedewerker. Ook kent de Arbowet een aantal overlegbepalingen: de OR moet met de werkgever overleggen over de arbeidsomstandigheden en actief informatie uitwisselen en overleggen met de preventiemedewerker en de bedrijfsarts. In de Wet op de Ondernemingsraden staat ook nog dat de OR zich extra moet inspannen voor een goed arbobeleid.

Waarom je als OR kunt scoren met de arbo

Veel werkgevers maken zich grote zorgen om de kosten van een goed arbobeleid. Toch kan het heel lonend zijn om het goed in te richten en uit te voeren en de OR kan daar een belangrijke rol in spelen.

rol van de ondernemingsraad - IMK Opleidingen

Volgens de Wet verbetering poortwachter moet je als werkgever een zieke werknemer twee jaar of soms zelfs drie jaar doorbetalen. Ook zijn er vaak hoge kosten voor de begeleiding, vervanging en het productieverlies. Als de medewerker definitief uitvalt, komen daar de kosten bij van de werving en selectie van een nieuwe collega en het inwerken van de opvolger. En, elke collega die uitvalt geeft meer werkdruk voor de rest van de collega’s. Als je het zo bekijkt, is een goed arbo- en verzuimbeleid snel terugverdiend.

Op 5 manieren invloed uitoefenen als OR

Hieronder lees je op welke vijf manieren je als OR invloed kunt uitoefenen op het arbobeleid.

1. RI&E

Een van de belangrijkste onderwerpen uit de Arbowet is de risico-inventarisatie & evaluatie (RI&E).

De OR heeft instemmingsrecht:

  • op de methode: dat kan een eigengemaakte vragenlijst zijn, een branchegerichte vragenlijst of een willekeurige van internet;
  • op de manier waarop de RI&E wordt uitgevoerd; denk aan de inzet van een extern bureau, de eigen medewerkers of juist met alle teams;
  • het plan van aanpak: wat gaan we doen, wie is verantwoordelijk en hoe ziet de planning eruit?

En last but not least: de RI&E en het plan van aanpak moeten worden getoetst door een gecertificeerde deskundige. De OR krijgt daar een afschrift van.

2. Psychosociale arbeidsbelasting

In het verleden was er vooral veel aandacht voor fysieke veiligheid en arbeidsomstandigheden. Inmiddels zijn daarin grote stappen gemaakt: ladders zijn vervangen door steigers en hoogwerkers en apparatuur wordt periodiek gekeurd.

Tegenwoordig staat in de Arbowet voorgeschreven dat de werkgever verplicht is beleid te voeren dat erop gericht is om psychosociale arbeidsbelasting (PSA) te voorkomen of te beperken. De PSA wordt beïnvloed door:

  • Agressie en geweld
  • (Seksuele) intimidatie
  • Pesten
  • Discriminatie
  • Werkdruk

Je ziet dat dit veel breder is dan alleen fysieke arbeidsomstandigheden. Als OR kun je erop toezien dat er in de RI&E voldoende aandacht wordt besteed aan deze factoren. Denk daarbij ook aan het aanstellen van een (externe) vertrouwenspersoon en een klachtencommissie.

3. PAGO en PMO

Wat weinig werkgevers weten, is dat de Arbowet voorschrijft dat je een Periodiek Arbeidsgezondheidskundig Onderzoek (PAGO) moet aanbieden aan je medewerkers. Dit is een medisch onderzoek gericht op mogelijke gezondheidsschade door het werk, bijvoorbeeld door schadelijke of gevaarlijke stoffen, geluid en trillingen.

Dit onderzoek wordt uitgevoerd door de bedrijfsarts en moet afhankelijk van de risco’s periodiek aan specifieke groepen werknemers worden aangeboden. De OR heeft instemmingsrecht met de periodiciteit.

Medewerkers zijn niet verplicht aan dit onderzoek mee te werken. De OR kan een belangrijke rol spelen bij het informeren en stimuleren van medewerkers om dit wél te doen.

Het PAGO en het periodiek medisch onderzoek (PMO) worden vaak door elkaar gehaald. Er zijn verschillen:

  • Een PMO is een algemeen gezondheidsonderzoek en wordt aan alle werknemers aangeboden. Het is erop gericht om de algehele gezondheid van medewerkers te beschermen of te verbeteren.
  • Een PMO richt zich op de lichamelijke en psychische conditie en de leefgewoontes van medewerkers. Het PMO is niet wettelijk verplicht en wordt uitgevoerd door basisartsen, verpleegkundigen of praktijkondersteuners.
  • Een PAGO is alleen gericht op de werkgerelateerde gezondheidsrisico’s. Op grond van de Arbowet moet een PAGO worden uitgevoerd door de bedrijfsarts, het is wettelijk verplicht en brengt alleen werkgerelateerde gezondheidsrisico’s in kaart.
  • Sommige beroepen kennen verplichte keuringen (op grond van de wet of CAO). Denk hierbij aan beroepschauffeurs, kraanmachinisten en duikers.

De OR kan bij het PMO een actieve rol spelen in de voorbereiding en uitvoering ervan. Besteed er in je achterbancommunicatie aandacht aan, benadruk het nut ervan en laat weten dat persoonlijke resultaten niet bij de werkgever terecht komen. Sowieso is het voor de OR zinvol om de (anonieme) uitkomsten van het PAGO en de PMO te bestuderen om de vinger aan de pols te houden.

4. Verplicht overleggen

De Arbowet geeft aan dat de ondernemingsraad en de werkgever moeten overleggen over het gevoerde arbobeleid en de uitvoering ervan. Ook moeten een aantal partijen samen (of los van elkaar) overleggen: de bedrijfsarts, de preventiemedewerker en de ondernemingsraad. Dit overleg is bij uitstek geschikt om informatie in te winnen.

Met de bedrijfsarts bespreek je (anoniem) wat de medische achtergronden van het verzuim zijn en of het werk- of privegerelateerd is.

Een belangrijk onderwerp met de preventiemedewerker is de voortgang van de RI&E, werkbaarheid van de gekozen oplossingen en door de OR gesignaleerde knelpunten. Tip voor de OR: plan deze overleggen in je jaar(vergader)planning.

5. OR en de arbeidsinspectie

De Nederlandse Arbeidsinspectie vindt de ondernemingsraad een belangrijke partner. Bij een inspectie mag de OR meelopen (behalve als het onderzoek dit niet toelaat), heeft ze het recht om de inspectie onder vier ogen te spreken en krijgt ze afschriften van beschikkingen van de inspectie. En verder kan de OR (anoniem) een verzoek doen tot inspectie in de organisatie als ze van mening is dat het arbobeleid niet op orde is.

Conclusie

Elk bedrijf kent zijn eigen risico’s. Werken in een kantooromgeving is minder risicovol dan een ziekenhuis of verffabriek. Verder is elk bedrijf verschillend als het gaat om complexiteit, aantal gebouwen en het huidige niveau van arbobeleid (pionier tot prof). Maar ook ondernemingsraden denken verschillend: “Het zal wel geregeld zijn, het is een lastig onderwerp, we zijn al zo druk.”

Toch is het belangrijk dat een OR zich actief opstelt. Is het niet vanwege de wettelijke verplichtingen, dan om verzuimkosten terug te dringen en zorg te dragen voor optimale arbeidsomstandigheden voor de medewerkers van het bedrijf.

Vind je na het lezen van dit artikel dat jouw OR meer zou kunnen betekenen bij jullie organisatie? Kijk dan eens naar onze OR-trainingen.