Als leidinggevende is het belangrijk om je medewerkers de aandacht en sturing te geven die past bij hun ontwikkeling. Een effectieve manier om dat te doen is door situationeel leiderschap toe te passen.
Inhoud
Wat is situationeel leiderschap?
Situationeel leiderschap is het afstemmen van je leiderschapsstijl op de situatie en behoefte van een medewerker.
Als leidinggevende stuur je meerdere medewerkers aan. Sommige teamleden hebben bij bepaalde taken meer sturing en ondersteuning nodig. Anderen hoef je taken alleen maar te delegeren. Door je leiderschapsstijl per situatie aan te passen, geef je iedereen precies de aandacht die ze nodig hebben om hun werk goed uit te voeren en zich te ontwikkelen.
Voordelen van situationeel leidinggeven
Het is voor medewerkers niet prettig wanneer leidinggevenden stap-voor-stap instructies geven bij een taak die ze al lang beheersen. Aan de andere kant is het juist fijn wanneer ze sturing krijgen bij een nieuwe taak.
Door situationeel leiderschap toe te passen, vind je de juiste balans.
Dit zorgt voor:
- meer motivatie en betrokkenheid,
- hogere productiviteit,
- en snellere ontwikkeling.
Taakvolwassenheid staat centraal
Binnen situationeel leiderschap kun je als leidinggevende kiezen tussen vier soorten leiderschapsstijlen.
- Sturend leiderschap
- Coachend leiderschap
- Ondersteunend leiderschap
- Delegerend leiderschap
Deze verschillende stijlen volgen elkaar op, naarmate de medewerker zich ontwikkelt en de taakvolwassenheid toeneemt.
Met taakvolwassenheid bedoelen we de mate waarin een medewerker een bepaalde taak beheerst.
Moeite met inschatten? Lees dan ons artikel ‘Hoe meet je de bekwaamheid en bereidheid bij medewerkers?’
Vier soorten leiderschapsstijlen
1. Sturend leiderschap
Als leidinggevende neem je medewerkers aan de hand bij het uitvoeren van een taak. Je geeft opdrachten, legt uit hoe iets moet, controleert de uitvoering en corrigeert de uitgevoerde werkzaamheden. Kortom: je instrueert. Er is weinig ruimte voor eigen inbreng vanuit de medewerker.
2. Coachend leiderschap
Je begeleidt medewerkers bij het uitvoeren van een taak. De basis zit wel goed, nu staat leren en ontwikkelen centraal. Als leidinggevende stimuleer je dat door de uitvoering niet voor te kauwen, maar gerichte vragen te stellen en de medewerker zo zelf tot een oplossing te laten komen. Coachen dus.
3. Ondersteunend leiderschap
De medewerker heeft een hoge mate van taakvolwassenheid bereikt en kan zelfstandig werken. Als leidinggevende is het nu vooral jouw taak om te zorgen dat hij gemotiveerd en betrokken blijft. Je ondersteunt de medewerker bij het vinden van zijn eigen manier van werken, laat hem problemen zelf oplossen en biedt ondersteuning waar nodig. Dit noemen we ook wel ‘stimuleren’.
4. Delegerend leiderschap
Wanneer een medewerker volledig autonoom kan werken, hoef je taken alleen nog maar te delegeren. Je stelt doelen, geeft aan wat de kaders zijn en maakt concrete afspraken over de resultaten. Verder laat je het werk los en vertrouw je op de expertise van je medewerker.
De juiste stijl toepassen
Om de juiste stijl te selecteren, volg je onderstaande stappen.
Stap 1. Bepaal de taakvolwassenheid
Kijk in hoeverre een medewerker ondersteuning of sturing nodig heeft. Dit beoordeel je door te kijken naar de aanwezige kennis, vaardigheden, ervaring en motiviatie met betrekking tot een bepaalde taak. Vraag de medewerker zelf om een inschatting te maken of stel al gaande bij.
Stap 2. Leiderschapsstijl selecteren
Kies de leiderschapsstijl die past de taakvolwassenheid van een medewerker. Onderstaand schema helpt je daarbij.
Stap 3. Blijf communiceren
Blijf in contact met de medewerker en check op gezette tijden hoe de uitvoering van de taak verloopt. Vraag daarbij of meer of minder ondersteuning op dit moment wenselijk is.
Stap 4. Stuur bij naarmate taakvolwassenheid toeneemt
Blijf niet te lang hangen in een bepaalde leiderschapsstijl. Om de motivatie en het werkplezier hoog te houden, moet op tijd overgestapt worden naar de volgende leiderschapsstijl.
Flexibel leiderschapsstijlen inzetten
Zelfs de meest ervaren medewerkers hebben soms baat bij de eerste leiderschapsstijl. Bijvoorbeeld wanneer ze een nieuwe taak voor het eerst gaan uitvoeren. Stel je daarom als leidinggevende flexibel op en schakel terug naar een eerdere stijl wanneer de situatie dit verlangt.
Leer situationeel leidinggeven
Door situationeel leiderschap toe te passen geef je de juiste aandacht aan de juiste medewerkers op het juiste moment. Dat zorgt voor meer productiviteit en werkplezier. Wil je hier meer over leren of mee oefenen in de praktijk? Schrijf je dan in voor de training De effectieve teamleider en leer er alles over!
Ontwikkel je team door jezelf te ontwikkelen als leidinggevende.
Ontdek de training