Je hebt de uitslag van onze gratis WAB 2020-kennistest ontvangen en nu wil je natuurlijk weten welke stelling waar is en welke stelling niet waar.
Hieronder vind je de antwoorden mét een korte toelichting.
Stelling 1: Een werknemer heeft na de proeftijd recht op een transitievergoeding
Antwoord: Niet waar
Toelichting: Werknemers hebben per 1 januari 2020 vanaf de eerste werkdag recht op een transitievergoeding. Momenteel komen werknemers alleen in aanmerking voor een transitievergoeding als ze langer dan twee jaar in dienst zijn geweest.
Stelling 2: Tussen 2 arbeidscontracten moet een onderbreking zitten van 6 maanden of meer om de keten te breken.
Antwoord: Waar
Toelichting: In de basis moet er tussen 2 tijdelijke contracten een periode zitten van 6 maanden of meer. Alleen voor specifieke functies die in de cao zijn benoemd en die gegeven de aard van het werk maximaal 9 maanden per jaar kunnen worden uitgeoefend, kan de tussentijdse periode worden ingekort tot 3 maanden. Er is een uitzondering gemaakt voor invalkrachten in het primair onderwijs, voor hen geldt de ketenbepaling niet.
Stelling 3: Een arbeidscontract voor bepaalde tijd mag in een periode van 2 jaar 3 keer verlengd worden.
Antwoord: Niet waar
Toelichting: Per 1 januari 2020 mag een arbeidscontract in een periode van 3 jaar 2 keer verlengd worden. In totaal mogen er dus 3 arbeidscontracten voor bepaalde tijd worden gesloten.
Stelling 4: Een werknemer ontslaan wordt makkelijker gemaakt omdat er een combinatie mag worden gemaakt van meerdere gronden voor ontslag.
Antwoord: Waar
Toelichting: In het huidige stelsel moet een ontslagreden voldoende grond bieden voor ontslag. Per 1 januari 2020 wordt een nieuwe ontslaggrond geïntroduceerd: de cumulatiegrond. Van een cumulatiegrond is sprake als een werkgever niet een ‘volledig dossier’ over de werknemer heeft ten aanzien van een van de ontslaggronden om het ontslag te rechtvaardigen, maar er daarnaast ook nog andere ontslaggronden spelen. Een rechter kan bij zo’n cumulatiegrond – een optelsom als het ware – eventueel beslissen tot het ontbinden van de arbeidsovereenkomst. Het gaat dan om een combinatie van twee of meer ontslaggronden die beide wellicht niet geheel ‘voldragen’ zijn. Een rechter kan bij de cumulatiegrond een extra ontslagvergoeding (bovenop de transitievergoeding) opleggen ter hoogte van maximaal 50% van de transitievergoeding.
Stelling 5: De transitievergoeding bedraagt eenderde van het bruto maandsalaris voor elk jaar dienstverband. Na 10 jaar dienstverband is dit een half bruto maandsalaris voor elk jaar dienstverband.
Antwoord: Niet waar
Toelichting: De transitievergoeding bedraagt eenderde van het bruto maandsalaris voor elk jaar dienstverband, ook voor werknemers die langer dan 10 jaar in dienst zijn.
Stelling 6: De transitievergoeding wordt berekend aan de hand van het totale aantal gewerkte dagen.
Antwoord: Waar
Toelichting: Omdat per 1 januari 2020 de opbouw van de transitievergoeding vanaf dag 1 start, heeft een werknemer die acht dagen in dienst geweest is ook recht op een transitievergoeding die per dag berekend wordt.
Stelling 7: Een oproepkracht heeft een opzegtermijn van 4 dagen.
Antwoord: Waar
Toelichting: De oproepkracht mag de overeenkomst (indien geen vaste arbeidsomvang is overeengekomen) opzeggen met een termijn van 4 dagen. De gedachte hierachter: als de werkgever 4 dagen van tevoren de oproepkracht kan oproepen, dan moet de oproepkracht ook met een opzegtermijn van 4 dagen het dienstverband kunnen beëindigen.
Stelling 8: Als een oproepkracht meer dan twee jaar werk heeft verricht, dan is de werkgever verplicht om een vaste arbeidsovereenkomst te bieden op basis van het gemiddeld aantal gewerkte uren.
Antwoord: Niet waar
Toelichting: De werkgever is verplicht om al na 12 maanden (in maand 13) de oproepkracht zonder vaste uren een aanbod te doen voor een vaste urenomvang. Dit aanbod moet gebaseerd zijn op de gemiddelde gewerkte arbeidsduur in de afgelopen 12 maanden. Hierbij mag de loondoorbetaling niet worden uitgesloten. De oproepkracht hoeft niet in te gaan op het aanbod.
Komt de werkgever zijn verplichting niet na? Dan heeft de oproepkracht recht op het loon dat hij of zij zou hebben gekregen als het aanbod wel was gedaan.
Stelling 9: Payrollmedewerkers krijgen per 1 januari 2020 dezelfde arbeidsvoorwaarden als de medewerkers in loondienst bij de opdrachtgevers, behalve het pensioen.
Antwoord: Waar
Toelichting: Werknemers die op payrollbasis werken, krijgen dezelfde arbeidsvoorwaarden als de werknemers die in dienst zijn bij de opdrachtgever, met uitzondering van pensioen waar een eigen regeling voor geldt.
Payrollwerkgevers kunnen aansluiting zoeken bij de pensioenverzekeraar(s) (in de sector) van de opdrachtgever die een pensioenregeling aanbiedt die voldoet aan de eisen van een gemiddeld werkgevers- premiepercentage van 13,58%, opbouw van een ouderdomspensioen en nabestaandenpensioen zonder wachttijd/drempelperiode.
Stelling 10: De werkgever betaalt voor alle werknemers dezelfde ww-premie.
Antwoord: Niet waar
Toelichting: De ww-premie wordt voor werkgevers voordeliger als ze een werknemer een arbeidscontract voor onbepaalde tijd aanbieden in plaats van een tijdelijk contract. De premie voor de loonsom van werknemers met een tijdelijke arbeidscontract zal zo’n 5 procentpunt hoger zijn dan de premie voor werknemers met een arbeidscontract voor onbepaalde tijd.
Stelling 11: Oproepkrachten behouden recht op loon als het werk minder dan 4 dagen van tevoren wordt afgezegd.
Antwoord: Waar
Toelichting: De werkgever moet een oproepkracht minimaal vier dagen voor aanvang van de werkzaamheden schriftelijk of digitaal oproepen. Doet de werkgever dit niet, dan is de oproepkracht niet verplicht om op het werk te verschijnen. Als de oproep binnen vier dagen voor aanvang van de werkdag geannuleerd of gewijzigd wordt, dan heeft de oproepkracht recht op het loon dat hij of zij zou hebben verdiend als de oproep wel doorgegaan zou zijn.
Stelling 12: De transitievergoeding is ook van toepassing als het initiatief tot ontslag bij de werknemer ligt.
Antwoord: Niet waar
Toelichting: De transitievergoeding wordt alleen uitbetaald als de werkgever het initiatief tot beëindiging van het arbeidscontract heeft genomen. Daaronder valt ook het niet-verlengen van een arbeidscontract.
Hoe nu verder?
Wilt je meer weten over arbeidsrecht en de toepassing ervan? Onze cursus Arbeidsrecht, arbeidscontract en ontslag is een ideale opfriscursus.
- Je ontvangt uitleg over de nieuwe regels in de arbeidswetgeving (dus ook de WAB), de gevolgen en hoe je hiermee kunt omgaan.
- Je krijgt antwoord op jouw vragen over de toepassing en invulling van de verschillende soorten arbeidscontracten.
- Je krijgt informatie en voorbeelden waarmee je kunt nagaan of je de zaken in jullie organisatie op de juiste wijze hebt geregeld.
Na deze cursus bent je weer volledig op de hoogte. Deze cursus biedt bovendien de mogelijkheid om ongelimiteerd te blijven leren zodat je en of jullie medewerkers altijd op de hoogte zijn van alle actuele HR-wetgeving.